Handelingsprotocol en contactgegevens

Handelingsprotocol en contactgegevens

 

Handelingsprotocol en contactgegevens

Handelingsprotocol "niet gewenst gedrag" en contactgegevens

Risico’s
Onze hulpbieders gaan zelfstandig en vaak ook alleen naar hulpvragers toe. Er is vaak geen toezicht en ook zijn veel van onze hulpvragers erg kwetsbaar. De hulpvragers zijn mensen met weinig netwerk, weinig financiële middelen en zelf niet in staat om zorg te dragen voor de hulp die zij nodig hebben. Zij vormen dan ook een risicogroep voor machtsmisbruik en ongewenste intimiteiten.
Daarnaast bevinden ook de hulpbieders zich in een kwetsbare situatie, doordat zij alleen naar onbekende hulpvragers gaan. Er kan sprake kan zijn van claimend en ook (lichamelijk) ongewenst gedrag.
Om de risico’s zo klein mogelijk te houden is er een duidelijk aanstellingsbeleid. Als er wel wat is gebeurd of er vragen zijn kan iemand terecht bij:

Bij wie kun je terecht?

1. Helpdeskmedewerkers
Dit is alleen van toepassing bij HipHelpt. Alle hulpvragen worden gekoppeld door onze vrijwillige helpdeskmedewerkers. Bij hen komt de hulpvraag binnen. Zij vragen de hulpvraag uit door contact op te nemen met hulpvrager en eventuele hulpverlener (contactpersoon). Daarna koppelen ze daar een geschikte hulpbieder aan. Zijn daar vragen over dan kan er met hen contact op worden genomen. Ook dragen zij zorg voor het vragen om feedback nadat de hulpvraag opgepakt is.
Zowel hulpvragers als hulpbieders kunnen met hen in gesprek als er vooraf vragen zijn of randvoorwaarden nodig zijn om de hulpvraag zo zorgvuldig mogelijk op te pakken. Achteraf kan met hen contact opgenomen worden als de hulpvraag niet gelopen is zoals de afspraak was.

2. Coördinator
De programmacoördinator is degene die alle vrijwilligers coördineert en aanstuurt en verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken. Als de vraag bij de plaatselijke coördinator wordt neergelegd zal deze contact opnemen met betrokken personen.
In Leiden is er een coördinator voor SchuldHulpMaatje en een coördinator voor JobHulpMaatje & HipHelpt.
Contactgegevens: zie Teampagina

3. Directeur
De directeur van Voor Elkaar Leiden heeft de operationele verantwoordelijkheid van de Stichting. Als je niet tevreden bent over het contact met de programmacoördinator/helpdeskmedewerker dan kun je contact opnemen met de directeur.
Contactgegevens: zie Teampagina

4. Vertrouwenspersoon
Ligt datgene wat je wilt bespreken erg gevoelig of vind je het lastig om het gelijk binnen de organisatie neer te leggen dan is er de mogelijkheid om contact op te nemen met een vertrouwenspersoon. Ook als jij degene bent waarover, binnen de organisatie, een klacht is geweest kun je met de vertrouwenspersoon overleggen.

De vertrouwenspersoon:
• Luistert, steunt en adviseert,
• Onderneemt niets buiten jou om.
• Ondersteunt waar nodig bij gesprekken met derden.
• Verwijst zo nodig door naar professionele hulpverlening of andere
instanties.
• Kiest geen partij en is geen bemiddelaar of juridisch belangenbehartiger.
• Bespreekt met jou wat je kunt of wilt doen, en wat je daarvoor nodig hebt

(Externe) Vertrouwenspersoon Voor Elkaar Leiden is:
Linda van Dalen.
Contact: info@voorelkaarleiden.nl

Bij grensoverschrijdend gedrag:
Is er sprake van grensoverschrijdend gedrag, zoals machtsmisbruik, financiële uitbuiting, discriminatie, racisme of seksuele intimidatie? Dan kan je ook rechtstreeks contact opnemen met de externe en onafhankelijke vertrouwenspersoon van SchuldHulpMaatje Nederland, Lenny van den Brink, e-mail: info@lennyvandenbrink.nl, telefoon: 06 2141 9607

Vertrouwelijk en kosteloos
De aanvraag wordt altijd vertrouwelijk behandeld. Er worden geen kosten in rekening gebracht voor het inschakelen van een vertrouwenspersoon. Klachten worden afgehandeld volgens de klachtenregeling van SchuldHulpMaatje.

5. Bestuur
Als er organisatorische klachten zijn die door de directeur niet goed worden opgepakt, dan kan er contact worden opgenomen met het bestuur van Voor Elkaar Leiden e.o.

Bestuursleden en contactgegevens: zie Team en bestuur-pagina

Wat kan, mag of moet gemeld worden?
Iedereen die seksueel misbruik en/of lichamelijk verwaarlozing en mishandeling vermoedt, ziet of er over hoort is verplicht dit te melden. Dan gaan we gelijk over tot het meldprotocol.

Maar in veel gevallen is het allemaal niet zo duidelijk. Er is sprake van een onbestemd gevoel, gedrag wat misschien niet verkeerd bedoeld is, maar niet prettig overkomt. Bijvoorbeeld: grapjes die net niet grappig zijn. Een arm om een schouder die niet gewenst is. Drie zoenen bij binnenkomst waar u eigenlijk geen prijs op stelt.

U voelt zich geïntimideerd maar weet eigenlijk niet waardoor dat precies komt. Of u weet heel goed dat er over uw grenzen heen gegaan wordt, maar weet niet precies hoe u dit het beste kan zeggen. Dit kunnen lichamelijke grenzen zijn, maar ook telkens gebeld of zelf telkens alle kosten kunnen betalen zijn voorbeelden hoe uw grenzen overschreden kunnen worden. In al deze gevallen kunt u contact opnemen en ons vragen om mee te denken.

Meldprotocol
Iedereen die seksueel misbruik en/of lichamelijk verwaarlozing en mishandeling vermoedt, ziet of er over hoort is verplicht dit te melden. Daarna wordt overgegaan tot onderstaand protocol. Hierin wordt beschreven hoe je moet handelen in deze situaties en hoe en bij wie dit gemeld moet worden.

Het protocol heeft betrekking op alle hulpvrager en hulpbieder contacten, maar ook op vermoedens of verhalen die hulpbieders horen als zij in de thuissituatie van de hulpvragers komen.

Bijvoorbeeld:
• Je komt als hulpbieder bij een gezin en ziet gezinsleden met elke keer nieuwe blauwe plekken.
• Je hebt als hulpvrager huiswerkbegeleiding gevraagd voor je kind maar merkt dat het kind anders reageert als de hulpbieder is geweest.
• Je krijgt als hulpbieder of hulpvrager te maken met ongewenste aanrakingen of ongepaste voorstellen.
• Er wordt je geld afhandig gemaakt.

Stappen
1. Bij vermoedens of signalen neem direct contact op met de vertrouwenspersoon of programmacoördinator. Een melding is geen beschuldiging. Maar het in gang zetten van een objectief onderzoek naar wat er aan de hand is.
2. Vertrouwenspersoon of programmacoördinator luisteren naar vermoedens en signalen en zet deze op een rijtje. Privacy en belangen van beide partijen worden gewaarborgd.
3. Zij laten zich desgewenst adviseren door externe deskundigen of vragen advies bij veilig thuis.
4. Daarna wordt gekozen voor welke actie nodig is:
1. Gesprek met beschuldigde
2. Melding veilig thuis
3. Aangifte politie
4. Voorlopige maatregelen t.a.v. beschuldigde
5. Veiligstellen en opvang slachtoffer
5. Na de actie wordt geëvalueerd en eventueel voor een nieuwe actie gekozen.
6. Zorg dragen voor nazorg en op de hoogte brengen van alle betrokkenen

Voorlopige zwijgplicht na een melding
Naast de meldplicht geldt een voorlopige zwijgplicht voor de melder en medewerkers binnen de organisatie ten opzichte van derden. Natuurlijk kunnen deze betrokkenen zich wel uiten bij de vertrouwenspersoon. Een voorlopige zwijgplicht is nodig zodat er niet meer personen bij een zaak worden betrokken dan voor een zorgvuldige behandeling noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat geruchten ontstaan en iemand al bij voorbaat als ‘schuldig’ wordt bestempeld. De zwijgplicht is ook belangrijk om te zorgen dat een eventuele strafrechtelijke procedure niet wordt belemmerd.

Signalen en vragen bij signalen
Er zijn vele signalen die op misbruik of mishandeling kunnen duiden, maar het belangrijkste signaal is misschien wel: ik heb het gevoel dat er iets niet klopt. Ga bij jezelf het volgende na en probeer alleen feiten te benoemen:
• Wanneer begon de ongerustheid? Waardoor? Wat is er precies gebeurd?
• Om welke signalen gaat het? Wanneer doen ze zich voor?
• Zijn er geleidelijke of plotselinge gedragsveranderingen? Hoe lang is dit al aan de hand?

Samengevat:
DOEN
• Zorg voor de veiligheid van slachtoffer.
• Als je iemand op heterdaad betrapt:
o Laat het slachtoffer niet alleen;
o Meld het onmiddellijk bij de organisatie
o Als de situatie bedreigend is: bel 112 zodat de politie kan ingrijpen;
o Laat de toestand zoveel mogelijk onaangeroerd in verband met eventueel sporenonderzoek. Bel de (zeden)politie (112), meld waarover het gaat en vraag om instructies.
• Stel zo weinig mogelijk vragen. Luister en stel slachtoffer op zijn/haar gemak.
• Schrijf alles zo letterlijk en feitelijk mogelijk op, ook de vragen die je hebt gesteld.
• Vertel dat je verplicht bent het verhaal te melden, maar dat er geen stappen buiten medeweten van het slachtoffer om worden genomen.
• Meld het vermoeden direct bij het plaatscoördinator. Bij twijfel, consulteer de vertrouwenspersoon. Verwijs de persoon desgewenst naar een vertrouwenspersoon.

LATEN
• Handel nooit op eigen houtje!
• Hoor het vermoedelijke slachtoffer niet uit. Het uithoren van het vermoedelijke slachtoffer en/of het spreken met contactpersonen van het vermoedelijke slachtoffer kan een eventueel juridisch traject verstoren. Het is niet aan de medewerker om aan waarheidsvinding te doen! Neem bij een vermoeden nooit zelf contact op met de vermoedelijke pleger, ook niet als het een collega is. De beste manier om het misbruik te stoppen en aan te pakken, is een objectief en een officieel onderzoek.
• Denk aan de (voorlopige) zwijgplicht!
• Beloof nooit geheimhouding, ook niet wanneer een slachtoffer erom vraagt.

Contactgegevens

Overzicht contactgegevens (zie links wie je voor wat kunt benaderen)

1 HipHelpt helpdeskmedewerkers:
leiden@hiphelpt.nl

2 Programmacoördinatoren
Team

3 Directeur:
Team

4 Externe vertrouwenspersoon Voor Elkaar Leiden:
Linda van Dalen.
info@voorelkaarleiden.nl

5 Bestuur:
bestuur@voorelkaarleiden.nl

Dit is onderdeel van het Preventie- en integriteitsbeleid